Thailand – ประเทศไทย

Tijdens onze eerste reis naar Thailand in 2013 hebben we de groen gemarkeerde plaatsen bezocht. Vanuit Ladya/Kanchanaburi zijn we in Ayutthaya, Chiang Mai, Chiang Rai en Bangkok geweest. Deze reis smaakte naar meer. (wat is het eten hier uitzonderlijk lekker)

In 2014 hebben wij vanuit Ladya wederom in het noorden van het land Chiang Mai en Chiang Rai bezocht. Ook hebben we in de omgeving van Lampang op een stuwmeer gevaren en daar een monnik bezocht die al 12 jaar in z’n eentje in een grot woont. In Lampang zelf hebben wij de grootste en oudste tempel van de omgeving bezocht. Later zijn wij doorgereisd naar het ten zuiden van Bangkok gelegen Pattaya gegaan om daar de Sanctuary of Truth te bewonderen.

In 2015 hebben wij twee keer drie weken Thailand bezocht. Van deze zes weken hebben wij één week in Hua Hin aan de kust verbleven in de Veranda Lodge. Dit is een klein leuk opgezet hotelletje en is zeker een aanrader.  

Thailand, officieel het Koninkrijk Thailand, is een koninkrijk in Zuidoost-Azië. De hoofdstad van Thailand is Bangkok. Tot 1939 heette het land Siam. De Thaise naam van het land is “Prathet Thai”, waarbij Prathet land betekent en het woord Thai vrij betekent. Thailand betekent dus letterlijk “vrij land”.

Thailand wordt in het oosten begrensd door Laos en Cambodja, in het westen door Myanmar (Birma) en de Andamanse Zee, in het uiterste zuiden door Maleisië en in het zuidoosten door de Golf van Thailand, een onderdeel van de Zuid-Chinese Zee.

De nationale feestdag is 5 december, de verjaardag van de huidige koning Rama IX Bhumibol Adulyadej. De munteenheid is de baht, onderverdeeld in 100 satang. Voor 100 euro krijgt u, tegen de huidige wisselkoers, ongeveer 4000 baht.

Volgens een niet-officiële schatting had Thailand in 2009 een inwoneraantal van bijna 66 miljoen mensen. De bevolking is ongelijkmatig over het land verdeeld. De noordelijke hooglanden hebben de laagste bevolkingsdichtheid terwijl de centrale laaglanden en het zuidelijke deel van het schiereiland dicht tot zeer dichtbevolkt zijn.

De Thaise bevolking bestaat voor ongeveer 90% uit Thai. De grootste minderheidsgroep wordt gevormd door de Chinezen, die zich echter vrij sterk met de Thai hebben vermengd. De Chinezen vormen een belangrijk deel van de ‘toplaag’ in de Thaise samenleving. Zoals elders in Zuidoost-Azië hebben velen zich gespecialiseerd tot handelaren. Ondanks de aanzienlijke assimilatie treden karakterverschillen tussen de Thai en de Chinezen soms aan het licht.

De Thai trokken sinds de 10e eeuw groepsgewijs vanuit Zuid-China het huidige Thailand binnen. In Thailand vermengden de Thai zich met de Khmers, de Mons en andere volkeren, in de 13e eeuw werden ze er de dominante bevolkingsgroep en ontstonden er Thai-rijken.

Een typische Thai heeft zwart sluik haar en een lichtbruine huid. Het is een ongeschreven wet onder de Thai dat men zich innemend gedraagt en hoffelijk overkomt. Zowel economisch als cultureel blijkt het Thaise volk een groot aanpassingsvermogen te hebben, snel te kunnen overschakelen naar nieuwe situaties, en gemakkelijk elementen uit andere culturen te kunnen overnemen.

In de noordelijke provincies woont een scala van etnische minderheden. De meesten zijn bergbewoners die sinds de vorige eeuw Thailand vanuit het noorden (voornamelijk uit Myanmar en Laos) zijn binnengetrokken. Een aantal van die volkeren zijn de Akha, de Lisu, de Karen, de Hmong en Chinezen aangesloten bij of sympathiserend met de Kwomintang, verdreven uit China na de communistische revolutie

Akha vrouw                                       Lisu meisje                            Karen vrouw

Alhoewel de bergvolkeren in totaal nog niet één procent van de totale bevolking uitmaken, zijn ze heel belangrijk voor Thailand. Ze behoren namelijk tot de grootste ‘toeristische attracties’ van het land. De vooroordelen over deze volkeren zijn aanzienlijk. Hoewel de koning zich intensief bezig houdt met het verbeteren van het lot van de bergvolkeren, wordt door vele Thai minachtend over hen gedacht. De Akha-stam wordt zelfs i-kars genoemd, wat vrij vertaald ‘onbeschaafde slaaf’ betekent. In werkelijkheid vormen de bergvolkeren een kwetsbare groep, die vaak bloot staat aan veediefstallen en doordat ze geen Thais staatsburgerschap hebben, gemakkelijk van hun grond verdreven kunnen worden. Onder vele bergstammen is een duidelijke verarming te constateren. De meeste informatie die erover verspreid wordt is summier en betreft vaak uit hun verband gerukte etnische eigenaardigheden, die dienen om de zucht naar het exotische en primitieve van de toerist te behagen.

Comments are closed.